Vaarwel oost Canada, op naar het westen!

Mijn vorige blog was zo lang geleden dat ik zou kunnen beginnen met 'lang, lang geleden in een land hier ver vandaan...'. Maar goed, dit is geen sprookje en ik heb nog genoeg te vertellen, dus let's go, ofwel, aangezien we bij het franstalige Québec gebleven waren: allons-y!

Samen met een paar anderen heb ik in Québec stad een auto gehuurd voor vier dagen om een trip naar onder andere Gaspésie te maken. Eigenlijk hadden we een auto willen huren vanuit Moncton in New Brunswick en via Gaspésie naar Quebec willen rijden, maar dat bleek veel te duur om die vervolgens in Quebec in te leveren.
Op onze trip reden we de eerste dag naar Rimouski, waar we twee nachten zouden verblijven. Onderweg zijn we gestopt bij parc du Bic waar we een mooie uitkijk over het water hadden en verderop een kleine waterval was. Dag twee bracht ons naar parc de la Gaspésie, misschien wel het leukste park waar ik geweest ben aan de oostkant van Canada. Niet alleen waren er mooie uitzichten van bovenop de berg en over verschillende meren, ook hebben we de nodige dieren gezien. Het begon met een schattige eekhoorn die ijverig nootjes heen en weer aan het zeulen was, maar een tijdje later toen we weer van de berg afkwamen, kwamen we een heuse eland tegen, op slechts zo'n 5 meter afstand van het pad! Op weg terug naar de auto vond een vogel het ook nog nodig me aan te vallen (denk dat mijn oranje broek hem niet beviel...). Alsof dat nog niet genoeg was, zagen we toen we wegreden van het laatste meer dat we bezochten, ook nog een zwarte beer over de weg rennen (gelukkig zaten we veilig in de auto)! Toen al een zeer geslaagde trip dus.
Op dag drie staken we met de ferry de St. Laurent rivier over tot vlak boven het plaatsje Tadoussac. Dit staat bekend als een goede plek om walvissen te spotten die volop in de rivier zwemmen. Terwijl we een stukje langs de kust liepen daar, duurde het dan ook niet lang voordat we Beluga's zagen zwemmen in de verte en even later ook nog andere walvissen (wellicht dwergvinvissen, maar goed, ik ben geen zoöloog). De laatste dag reden we van Saguenay, waar we hadden overnacht, terug naar Quebec. Onderweg stopten we nog bij park Jacques-Cartier, maar omdat we ook nog terug moesten naar Quebec om de auto in te leveren, hebben we daar alleen even rondgekeken en er geen hikes meer gedaan. Later zijn we er daarom nog voor een dagtrip teruggekomen om dit alsnog te doen.

Vanuit Quebec heb ik verschillende trips ondernomen, vaak met de auto omdat als je ergens wil komen in Canada je bijna niet zonder kunt. Een van de trips was naar Montreal en het ten noorden daarvan gelegen park Mont-Tremblant. Mont-Tremblant was ook weer erg mooi, maar helaas stikte het er net als in veel andere parken van de muggen en vliegen die ons helemaal lekstaken.
Ik ben daarna een tijdje in Montréal gebleven. Montréal is een stad met een oud centrum net als Québec, alleen vele malen groter. De hele zomer door zijn er festivals, die vaak zelfs (deels) gratis zijn, dus er is genoeg te beleven. Zelf heb ik het laatste optreden van het Jazz festival gezien dat gaande was terwijl ik in de stad was.
Een van de andere trips die ik nog de moeite vind om te noemen, is die naar het (party)hostel seashack met naastgelegen park Ruisseau-Castor. Niet zozeer vanwege de locatie (hoewel het park ook erg mooi was), maar des te meer om wat ik er gezien heb: de Aurora Borealis!

Later ben ik weer teruggegaan naar Québec, omdat daar ook een festival zou zijn, het festival d'été. Dit duurde 10 dagen, kostte nog geen 100 dollar en had desondanks een aantal grote acts. De grootste van allemaal was ongetwijfeld die van de Rolling Stones. Hier kwamen zo'n 100.000 man op af en 1 à 2 uur voor hun optreden begon stond het terrein dan ook al stampvol. Heb mensen uit letterlijk de hele wereld gesproken die alleen al voor dit optreden speciaal naar Québec kwamen.
Een van de andere grote artiesten waren de Foo Fighters (Nickelback stond oorspronkelijk ook nog op het programma, maar die hadden geannuleerd). Toen de Foo Fighters het podium opkwamen werd iedereen natuurlijk laaiend enthousiast. De paar regendruppels die begonnen te vallen leken dan ook aanvankelijk niemand te deren. Niet veel later werden deze druppels echter een heuse hoosbui, die zo erg was dat na slechts 4 nummers de Foo Fighters van het podium afgingen en het concert afgelast werd. Balen! :( Compleet verzopen droop iedereen daarom maar af.

Na het festival ben ik verder gereisd richting Toronto. Toronto is vooral een hele (héle) grote en drukke stad. Dit bleek wel toen ik een dagje naar de Niagara Falls wilde gaan en de bus daarheen ruim een uur vertraging had door het verkeer. 'Gelukkig' had ik vanwege onduidelijkheid op het busstation ook nog eens de bus die ik eigenlijk had willen hebben gemist, dus veel tijd in Niagara Falls had ik niet. Die heb je echter ook niet nodig, want het plaatsje is één grote tourist trap. Het stikt er van de toeristen en behalve de watervallen (die overigens wel erg mooi en indrukwekkend zijn) is er niet veel meer te zien dan een lading kermisachtige attracties (spookhuizen, midgetgolf etc. etc.).

Vanuit Toronto heb ik ook nog twee parken bezocht, maar na een paar dagen was het tijd om het oosten van Canada achter me te laten. Aangezien ik tweeënhalve dag in de bus niet echt zag zitten (zó groot is Canada), heb ik het vliegtuig gepakt naar Calgary. Daar begon mijn avontuur in het westen Canada, maar daarover zal ik in mijn volgende blog vertellen, to be continued...